Hotel Café restaurant De Roode Leeuw aan de Kaai in Aardenburg is al honderd jaar in handen van de familie Cuelenaere. Al drie generaties lang is de naam Cuelenaere aan het hotel verbonden. Grootvader Eduard, vader Suitbertus en kleinzoon Eduard hebben in die periode talloze gasten van diverse pluimages aan zich voorbij zien trekken. In het begin handelsreizigers, later boeren, burgers en buitenlui en nu artiesten en toeristen. Het gastenboek telt vele illustere namen. In die eeuw is in ieder geval een ding hetzelfde gebleven. De naam van de eigenaar op het bordje aan de gevel: Cuelenaere.
De huidige eigenaar, Eduard Cuelenaere, heeft voor het verhaal zijn archief tevoorschijn gehaald. Een grote stapel boeken, foto's en vergeelde aantekeningen. Hij haalt er een briefje tussenuit, gedateerd 6 april 1671. Joos de Vrese kreeg toestemming van de gemeente Aardenburg om een logement te beginnen. Een hachelijke onderneming in die tijd. Logement De Roode Leeuw lag buiten de Kaaipoort. Na 20.00 uur ging de poort dicht. Het logement was wel een zegen voor de mensen die niet op tijd binnen waren. Die mensen waren immers in gevaar. Struikrovers en ander gespuis lag op de loer. De Roode Leeuw was een toevluchtsoord.
De annalen vertellen niet wie de zaak tussen 1671 en 1889 heeft gerund. Het jaar 1889 was het begin van de verbondenheid van Cuelenaere met De Roode Leeuw. Grootvader Eduard verdiende tot 1921 zijn brood met het logement. Brood, wat in die dagen karig was belegd. De waarde had acht kinderen, vijf jongens en drie meisjes. Als moeder de boterhammen voor haar kroost smeerde was de botervloot na afloop van de maaltijd voller dan aan het begin. Ze smeerde de boter namelijk zo dun dat de broodkruimels aan het mes bleven kleven. Deze kruimels gingen de botervlot in. Ook Eduard had zo zijn methodes om zuinig te leven. Hij werd altijd geacht om mee te drinken. Maar zijn karaf zal veelal vol met water. 'Gelukkig is die karaf inmiddels weg. Want ik hou niet van water', zegt de huidige eigenaar, Eduard.
Bietencampagne
Eduaerd Cuelenaere junior is zoon van Suitbertus Cuelenaere die in 1921 de zaak overnam. De vele vergaderingen staken in die tijd de kop op. Bijeenkomsten van de boterfabriek of van de NCB, de zogenaamde boerinnendag, Maar er was geen ruimte om deze vergaderingen te houden. Zodoende waren de wanden van de slaapkamers op de eerste verdieping inklapbaar. Er ontstond hierdoor een grote ruimte. De stoelen werden gehuurd bij de plaatselijke brouwerij die ze met de auto haalde bij café Steenaert tussen Oostburg en Zuidzande.
Ook handelsreizigers en monteurs legden aan bij De Roode Leeuw. Een vertegenwoordiger uit Rotterdam kwam met de trein en de tram naar Aardenburg. Hij deed er een week over om West-Zeeuwsch-Vlaanderen te bereiken. Ook de monteur voor de boterfabriek of de orgelstemmer uit Limburg was dagen onderweg. De mensen die aan de bietencampagne meewerkten gingen tien weken bij Suitbertus in de kost. Een menukaart kende de De Roode Leeuw niet. Het was eten wat de pot schafte.
Beschieting
Maar natuurlijk was de Roode Leeuw ook een trefpunt voor de plaatselijke bevolking. Vader Suitbertus was een echte cafébaas. De dorpsproblematiek werd in het logement besproken. Op zaterdagavond werd een kaartje gelegd. Een potje bier kostte een dubbeltje.
Als de familie Cuelenaere een tientje binnenhaalde betekende dat een goed weekend. De Roode Leeuw was ook een verzamelpunt voor de voornamelijk katholieke kerkgangers die na de mis een borreltje kwamen halen.
Suitbertus en zij vrouw hadden vijf kinderen. Eduard was de enige jongen. Het was daarom Eduard die in '44 de zaak overnam. Het was de tijd van de oorlog. De Roode Leeuw lag onder zware beschieting en werd nagenoeg vernield.
Paardestal
Eduard bleef met de brokstukken zitten. Van de overheid kreeg hij maar 4712 gulden. Te weinig om de zaak op te bouwen.
Burgemeester Van Dongen reisde vervolgens naar Den Haag om het benodigde geld te bemachtigen. Dat lukte. Er bleef nog een tekort van twintigduizend gulden maar dat bedrag werd door de familie bij elkaar gebracht. De verbouwing kostte in totaal een ton. In '63 werd de serre er aangebouwd. Van de voormalige paardestal werd een zaal gemaakt.
De huidige eigenaar, Eduard Cuelenaere, runt de Roode Leeuw nu 46 jaar. Hij deed dit niet allen. De beide zusters Cecile en An hielpen mee. Cecile kookte en An deed de bediening. 'Kijk wij hebben nu gemakkelijk praten", zegt Eduard Cuelenaere. "Mijn grootvader en vader hebben een hard en sober leven gehad. Dat er tussen drie generaties zoveel verschil kan zitten'.
Artikel geschreven door Frank van Cooten. Verschenen in "De Stem van Zeeland op woensdag 21 februari 1990.
Situering binnen de familie Ceulenaere/Cuelenaere:
Cuelenaere Eduard werd geboren te Aardenburg op 07/02/1893 en is er overleden op 11/06/1944. Hij behoort tot de familie I, is gekend onder het nummer I1355 en is de 5x half neef 2x verwijderd van Hervé Ceulenaere.